Kivar Odeesh (26) vluchtte als tiener voor de oorlog in Irak en na omzwervingen belandde hij in Hengelo. Toen hij de Nederlandse taal eenmaal machtig was vroeg hij zich af wat hij wilde worden. De suggestie van zijn vader: loodgieter. ‘Mijn vader had gelijk.’
Tien jaar woont Kivar inmiddels in Nederland, de eerste paar maanden in een asielzoekerscentrum in Amersfoort, sindsdien in Hengelo. Hij is hier op zijn plek en heeft een Nederlands paspoort. Kivar: ‘In Hengelo is een Iraakse kerk waar ik naartoe ga. Daar ken ik mensen en ontmoet ik mijn vrienden. Ik heb een baan bij Nijhof, dus wat wil je nog meer? Oké, misschien nog een partner, haha!’
Via autogarage en fotowinkel naar installatietechniek
Hoe Kivar in de installatietechniek belandde? ‘Als kind dacht ik niet na over wat ik wilde worden. Toen we vluchtten uit Irak hebben we eerst in Libanon en Syrië gewoond. In Libanon werkte ik bij een autogarage en in Syrië in een fotografiewinkel. Eenmaal in Nederland richtte ik me eerst op de taal. Daarna vroeg ik me af wat ik wilde. In de autogarage In Libanon vond ik het niet zo leuk. Auto’s lekken, het is veel gedoe.
‘Een kennis van ons in Irak werkte als loodgieter en mijn vader dacht dat het ook wel iets voor mij zou zijn. Ik zei: “Oké, ik probeer het.” Mijn vader had gelijk, het werk past bij mij. Vooral de ruwbouw vind ik leuk: in de fundering werken, afmonteren, dat soort werk. Grotere toestellen zoals warmtepompen aansluiten vind ik nog moeilijker. Dat begrijp ik nog niet zo goed.’
‘De techniek in Nederland is verder ontwikkeld’
Kivar leert en werkt tegelijk. Via Nijhof volgt hij een opleiding tot eerste monteur werktuigkundige installaties bij Aventus. Één dag per week gaat hij naar school, de andere dagen werkt hij op de bouw. Het bevalt hem goed: ‘Mensen in Nederland zijn vriendelijk. Als je iets niet weet vraag je het en krijg je een antwoord. Eigenlijk net zoals in Irak, hoewel de techniek hier verder ontwikkeld is. In Irak werken ze nog veel met dikwandig staal, heel ouderwets. Het Henco-systeem [buigbare meerlagenbuizen] is veel makkelijker.’
Ook aan de cultuur op de bouwplaats is hij inmiddels gewend, al waren de directe grappen aan het begin wennen. Kivar: ‘Ouwehoeren hoort erbij natuurlijk en kleine pesterijen zijn onderdeel van de cultuur op de bouw. Kijk, ik heb een andere achtergrond en wanneer ik iets niet goed doe worden er nog wel eens gekscherend opmerkingen gemaakt met een verwijzing hiernaar. Daar kan ik wel tegen, hoor. Een beetje grappen met elkaar moet kunnen. Anders is het allemaal zo serieus.
Wennen aan de koude winters
Sinds een paar maanden heeft Kivar een vast contract bij Nijhof. ‘Ik ben tevreden met hoe het gaat. Soms heb ik nog moeite met de taal, maar als ik iets niet weet vraag ik het gewoon. Mijn collega’s hebben geduld met mij.’ Soms mist hij Irak nog. ‘Vooral het weer. Ik moest erg wennen aan de koude winters hier. Ik ben al meer dan tien jaar niet in mijn thuisland geweest. Hopelijk kan ik binnenkort eens terugkeren. Het dorp waar ik woonde heeft ISIS kapot gebombardeerd, dat hoef ik niet te zien, ik ga vooral om familie te zien. Maar daarna kom ik terug naar Nederland. Ik ben gelukkig hier.’